Niet te snel, je komt er wel
- Je fietst best rustig en kijkt goed uit naar wat komen gaat, zodat je niet te vaak hoeft te remmen. Matig je snelheid en houd afstand.
- Moet je toch remmen? Gebruik ze dan allebei, zeker nooit enkel je voorrem. Rem ook niet te hard, maar druk kort na elkaar de remmen meerdere keren in en laat weer los.
- Je versnelling neem je best niet te groot en niet te klein.
De juiste banden(spanning)
- Bredere banden bieden meer grip. Wist je trouwens dat er ook spijkerbanden bestaan voor de fiets?
- Geen zin of tijd om je banden te vervangen? Dan kan je uitzonderlijk de bandenspanning verlagen, aangezien dit je grip verhoogt.
Verlaag je zwaartepunt
- Verhoog de stabiliteit van je fiets door het zwaartepunt te verlagen. Dat kan je doen door je zadel iets lager te zetten en fietstassen te gebruiken in plaats van een zware rugzak. Vermijd ook extra gewicht vooraan de fiets, plaats indien mogelijk alles achteraan.
Vermijd gladde stukken
- Durf te kiezen voor de niet bereden stukjes, want waar andere fietsers je al voorgingen zou het extra glad kunnen zijn.
- Wist je dat je als fietser de rijweg mag gebruiken als het fietspad niet ijsvrij gemaakt is? Vaak is de rijweg simpelweg beter berijdbaar dan het fietspad.
Voorzichtig met afstappen
- Veel ongelukken gebeuren door ondoordacht op- en afstappen. Zorg dat je helemaal stilstaat voordat je afstapt en vermijd schoenen met een gladde zool.